Europese wetgeving creëert ongelijk speelveld op crowdfundingmarkt

Nederland dreigt verreweg het duurste land in Europa te worden om een crowdfundingplatform te registeren. Op 10 november 2021 treedt officieel de nieuwe wetgeving voor de Europese crowdfundingmarkt in werking. Dit moet de harmonisatie van de Europese kapitaalmarkten bevorderen, maar kan ook leiden tot een ongelijk speelveld vanwege de hoge kosten. Daarover maken experts zich zorgen.

Door de nieuwe wetgeving wordt zoveel mogelijk gewaarborgd dat in alle landen in de Europese Unie dezelfde regels gelden voor crowdfundingplatforms. De nationale toezichthouders moeten erop toezien dat de regels worden nageleefd.

Bestaande crowdfundingpartijen in Nederland moeten per 10 november 2022 beschikken over een vergunning om hun crowdfundingdienstverlening te kunnen voortzetten. Zij hebben na de inwerkingtreding van de wetgeving dus nog een jaar om de zaken op orde te krijgen.

Hoge kosten

Maar er zijn zorgen over de hoge kosten die gepaard gaan met het aanvragen van zo’n vergunning. Het ministerie van Financiën publiceerde een voorstel over het berekenen van de kosten voor het aanvragen van een crowdfundingvergunning. Daaruit blijkt dat toezichthouder AFM €200 per uur mag berekenen voor de beoordeling van een nieuwe aanvraag, met een maximum van €75.000.

Daarnaast worden er kosten doorgevoerd voor het uitvoeren van een betrouwbaarheidstoets (€700 per bestuurder) en een geschiktheidstoets (€2.700 per bestuurder, of €1.500 voor bestaande crowdfunding platformen). Hiermee kunnen de eenmalige kosten voor een aanvraag in totaal oplopen tot €100.000.

Daarmee dreigt Nederland verreweg het duurste land te worden in Europa om een crowdfundingplatform te registeren, zo merkte voorzitter Ronald Kleverlaan van Stichting MKB Financiering op. “Omdat een platform overal in Europa een vergunning kan aanvragen en nog steeds haar diensten kan aanbieden in alle landen in Europa, kan dit een ongelijk speelveld opleveren, waarbij internationale platformen minder kosten hoeven te maken”, aldus Kleverlaan.

Grote verschillen

Het lijkt er volgens Kleverlaan nu op dat de verschillen in kosten in Europa met een factor van meer dan tien uit elkaar liggen, waarbij Nederland als een van de duurste landen is en landen als Italië en Estland een stuk goedkoper zijn, met een maximum van €10.000 aan kosten per jaar.

Volgens Crowdfund Insider is het onduidelijk waarom Europese landen hun eigen regels mogen opstellen. “Dit gaat juist tegen het idee van harmonie in”, zo stelt het toonaangevende platform. Crowdfund Insider sluit niet uit dat de Europese toezichthouder ESMA alsnog tot een ander besluit zal komen.

“Het is te hopen dat uiteindelijk de kosten voor een aanvraag beperkt zullen blijven en niet richting de €75.000 gaan voor een gemiddelde aanvraag. Voor crowdfundingplatforms die al langer actief zijn in Nederland ga ik ervan uit dat dit het geval zal zijn”, aldus Kleverlaan.

Hij merkt op dat als de kosten voor doorlopend toezicht boven de €20.000 per jaar uitkomen, veel Nederlandse crowdfundingplatforms een slechtere concurrentiepositie gaan krijgen op de Europese markt.

Hoe groot de impact van de verschillen in doorlooptijd, kosten en randvoorwaarden uiteindelijk zal zijn op de Nederlandse platforms, valt volgens Kleverlaan nu nog lastig in te schatten.

Justin Doornekamp is freelance-redacteur bij Participaties.nl. Justin Doornekamp kan posities innemen op de financile markten. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Uw reactie aan de auteur is welkom.

Bron: IEXParticipaties.nl

Bron: Participaties

Over de auteur

Over de auteur

Crowdfundmarkt is een website van Eurolutions. Alle berichten zijn geschreven door onze eigen redactie.

Meer over ons

Gerelateerde berichten